Toen ik gevraagd werd om iets te schrijven voor Soigneur magazine was ik tegelijk opgetogen en had ik twijfels. Het goede nieuws was: Soigneur is het mooiste en meeste interessante magazine dat ik in tijden gezien had. Het slechte nieuws: ik weet bar weinig van racefietsen. Gelukkig zochten ze naar een outsider die een verhaal wilde schrijven over de designprijzen winnende Canyon Speedmax CF fiets. Een fiets die ik een jaar geleden al in het Red Dot Design Museum in Essen had gespot en die ik bijzonder fraai vond. Dus de invalshoek was bekend en fotograaf Martijn en ik togen in een aangenaam luxe Jaguar XJ-L door Duitsland in stijl op weg naar de winkel, fabriek en het design center van Canyon. Daar spraken we een dag over de geschiedenis van het bedrijf en de ontwikkeling van de geweldig uitziende fiets. Vol trots kan ik je vertellen dat mijn verhaal prachtig is vormgegeven over 8 pagina’s in Soigneur #3. Dus bedankt Martijn & Martijn van Soigneur voor deze kans.
Koop het magazine in de Soigneur Shop.
DE ESSENTIE
Door Rutger Middendorp
In het Red Dot design Museum in Essen staat een zwarte fiets. Tussen andere
prijswinnaars van de prestigieuze Red Dot Design Award; een stofzuiger, een
boormachine, CT-scanners, een grasmaaier en een knalrode Porsche 911. Ik was vorig jaar in het museum voor die Porsche. Een klassiek voorbeeld van evolutie boven revolutie. Een decennialange exercitie in bijschaven en terugbrengen tot de essentie. Maar er is ook kritiek, want de 911 is eigenlijk wel erg groot geworden voor een sportwagen. Wat doet die lompe achterruitenwisser op die verder zo cleane vorm? Draai je om naar de zwarte fiets en je ziet dat er een verdergaande vorm van perfectie is bereikt. Een vorm waar bijna niets overbodig is. Die fiets isde Canyon Speedmax CF.
Een half jaar later rijden fotograaf Martijn van Egmond en ik door Koblenz op weg naar de plek waar die fiets bedacht, ontwikkeld en gebouwd werd. We ontmoeten het team dat verantwoordelijk was voor het ontstaan van de mooiste fiets die ik ooit gezien heb.
Onder een grijze hemel, vlakbij de plek waar de Moezel en de Rijn elkaar enthousiast omhelzen staat een grote grijze doos met de letters Canyon erop. Binnen is een shop, een koffiehoek en de belangrijkste afdelingen van het fietsenmerk. De ideeën worden op de eerste verdieping bedacht, de fietsen worden op de begane grond geassembleerd.
Daartussen vind je onder andere een reparatie afdeling en een plek waar fietsen van Canyon en de concurrentie aan allerlei zware tests worden onderworpen. Hier proberen wij in een dag uit te vinden hoe een fiets een Red Dot award wint.
De vooroordelen over Duitse hiërarchie, gebrek aan humor en stijve omgangsvormen worden ontkracht bij de eerste handdruk. R&D man Michael Kaiser en engineer Wolfgang Kohl grappen moeiteloos met ons over hoe Merkel en Hollande als twee pubers onwennig en houterig naast elkaar hadden gezeten tijdens de oefeninterland Frankrijk – Duitsland de avond ervoor. Die Mannschaft versloeg Frankrijk met 2-1. Uiteraard na eerst met 1-0 achter te hebben gestaan. Het vooroordeel dat Duitsers altijd winnen met voetbal bleef wel overeind.
R&D baas Kaiser loopt met ons naar de fietsen die bij de ingang van de shop staan opgesteld. In omgekeerde glazen aquaria wordt de geschiedenis van het bedrijf zichtbaar gemaakt. Dat begint met een onooglijke blauwe fiets die voor een reus gemaakt lijkt te zijn. Het is de eerste fiets van Roman Arnold, de boomlange eigenaar en oprichter van het bedrijf. Samen met zijn vader ging hij de races af. Terwijl Roman het traject afraasde verkocht zijn vader fietsaccessoires en fietskleding die op de vakantie in Italië waren ingekocht. De aanhangwagen die hij daarvoor gebruikte staat iets verderop.
Het verhaal gaat dat hij op jonge leeftijd eens aan een paar Italianen vroeg of hij met hen mee mocht fietsen. De Italianen zeiden dat hij dan eerst iets aan dat malle kapsel moest doen. De ochtend erna verscheen hij met een kortgeschoren koppie. Nu mocht hij meefietsen.
Naast Roman’s eerste fiets staat een mountainbike. Eén van de eerste fietsen waar het merk Canyon op stond. Daartussen zit nog een geschiedenis van het verkopen van fietsen en fietsonderdelen van andere merken. Maar de koppijn die dat leverde en de drang om zelf iets te maken resulteerden in de bouw van een eigen fiets. In eerste instantie op basis van een zogenaamde “open mould”. Een mal waar iedere fietsenmaker een fiets in mag maken en zijn eigen stickers op kan plakken. De full suspension bike die hier staat lijkt dan ook sterk op wat je tegenwoordig in de bouwmarkt te koop ziet.
Een reuzensprong naar rechts is de racefiets van Phil Gilbert, die samen met deze Belgische renner ontwikkeld werd. Kaiser vertelt dat ze veel geleerd hebben van de samenwerkingen met het eerste team dat op Canyon reed; Unibet (2007). “Er wordt anders met een fiets omgesprongen in competitie” zegt Kaiser. “Die worden vastgesjord op een auto waar hard mee gereden wordt. Er komen een boel atypische krachten op die fietsen. De Aeroad CF waar Phil Gilbert op reed kreeg allerlei kleine slimme innovaties om duurzamer en betrouwbaarder te zijn tijdens intensief wedstrijdgebruik. De klem
voor de zadelpen heeft een houdertje voor een wedstrijdnummer. De bidonhouder heeft een uitstekend plaatje dat voorkomt dat de ketting er op hobbelige weggetjes af kan
vallen. Canyon had hiermee een serieuze wedstrijdfiets.
Twee namen komen steeds terug in de gesprekken over de geschiedenis van het merk: Lutz Scheffer en Hans Christian Smolik. De eerste is een legendarische framebouwer die onder andere voor het merk Bergwerk frames ontwierp en zelf laste. Smolik (1944-2010) was één van de grootste uitvinders in de fietsenindustrie. Zij hielpen het fietsenmerk van Roman Arnold groeien naar een gerenommeerd merk van racefietsen en mountainbikes. Scheffer woont nu in Garmisch in de Alpen en gaat daar zijn eigen gang. Hij is in dienst bij Canyon, maar kan ook zomaar drie weken verdwenen zijn. Zijn werkdagen gaan regelmatig door tot diep in de nacht. Lutz is iemand die niet werkt
omdat het moet. Als 12-jarige bouwde hij zijn eerste mountainbike. Misschien wel dé eerste mountainbike. Uit oude fiets en brommeronderdelen. Met een 24” frame en 26” wielen. Logischerwijs werd ook de studie besteed aan fietsen. Aan de Universiteit van Pforzheim studeerde hij Industrieel- en Transport-ontwerp. Na een beetje flirten met autotechniek, kwam hij snel terug bij de fietsen. Met het bedrijf Bergwerk waar ook de frames in-house gemaakt werden, maakte Lutz Scheffer naam. Maar helaas was hij niet
zakelijk genoeg om dat bedrijf overeind te houden. Laten we zeggen dat patenten aanvragen geen hobby is. Bij Canyon kan hij zijn passie kwijt, behoud hij zijn vrijheid en doet iemand anders de zakelijke dingen.
Voorbij die eerste paar fietsen staan er een zestal conceptfietsen op grote hoogte tegen de muur. Eén van de meest indrukwekkende is Projekt 3.7. Een fiets die bedoeld was om 3,7 kilo te wegen. In totaal. Met remmen, wielen, banden, een zadel. Alles. De 3,7 werd niet gehaald. Projekt 3.7 weegt slechts 3,5 kilo. Het zijn hier ook de details die verklappen dat je naar iets bijzonders kijkt. Het zadel en de zadelpen zijn één en hetzelfde onderdeel. De trappers zijn niet meer dan buisjes. Ook Projekt 0.05 is een kindje van Hans Christian Smolik. Hij weegt geen 5 gram overigens. De naam is geïnspireerd op de CW-waarde van een waterdruppel. De remmen zijn geïntegreerd in de voorvork, het stuur is tegelijk een waterfles. Dat de meest ingenieuze fiets hier vandaan zou komen klinkt logisch, maar de mooiste?
Wolfgang Kohl is één van de engineers bij Canyon. Ik loop achter hem aan de betonnen entreehal door, de trap omhoog, waar een receptioniste zit met een compleet schilderwerk op één helft van haar gezicht. We lopen een R&D kantoor binnen waar ik begroet wordt door de productmanager die net enthousiast zijn nieuwe wielen aan het uitpakken is. Als kinderen op pakjesavond staan zijn collega’s er om heen. Alleen wordt hier het cadeau meteen diep in de bek gekeken. Minutieus wordt het wiel gecontroleerd
op afwijkingen. Aan de muur hangen tekeningen, her en der staan fietsonderdelen. De bureaus zijn niet echt opgeruimd. “Er is wel een clean desk policy” zegt Wolfgang. “Er zijn alleen geen clean desks”.
De snelste fiets ter wereld
Wolfi (zoals hij door zijn collega’s genoemd wordt) vertelt over het ontstaan van de Speedmax CF: “Roman is gek op professioneel fietsen en wil een goed team. Onze bestaande Speedmax was daar te ouderwets voor naar zijn smaak. Hij gaf ons dan ook geen vastomlijnd ontwikkelingsbudget, maar de opdracht om de snelste fiets ter wereld te maken.
Normaliter kijk je naar wat je hebt en maak je dat beter. Met dit project begonnen we echt bij 0. Nog vóór 0 eigenlijk. We zijn gaan kijken naar data van het weerbericht.
Gemiddelde windsnelheden en windrichtingen. Met die info hebben we ons
ontwerpprobleem exact gedefinieerd. We zijn van een Kever naar een Porsche Carrera GT gegaan in 1 generatie.
Het basisidee voor deze fiets is om hem zo snel mogelijk te maken in elk detail. Elk onderdeel moet aan een veelheid aan eisen voldoen. Vooral zo aerodynamisch mogelijk in zo veel mogelijk situaties. Er is spanning tussen de aerodynamica en de praktische
bruikbaarheid. 80% van de luchtweerstand wordt veroorzaakt door de renner. Idealiter zou je hem languit leggen, maar dat trapt zo lastig. Een aerodynamische houding is dus belangrijk, maar niet ten koste van een positie waarin hij zijn kracht goed op de pedalen kan krijgen.”
En dan zijn er de UCI regels. Wolfgang doet er wat smalend over. “Dat is de reden dat alle fietsen ongeveer op elkaar lijken. Er is een verplichte verhouding voor de afmetingen van de buizen, de diamondvorm moet in de fiets zitten en je totaalgewicht mag niet onder de 6,8 kilo komen. Lichter mag niet. Zonder deze regels zouden fietsen er heel anders uit zien. Sterker nog: er zijn disciplines waar de UCI regels niet gelden.
Daarom zijn mountainbikes recent ook grotendeels overgestapt op 29” wielen. Google maar eens op de Pinarello Espada, die fiets mag nu niet meer volgens de UCI-regels.”
Nadat het weerbericht bestudeerd was, werd er geexperimenteerd met vormen en profielen in 3D software. Het profiel van een buis (hoe hij er uitziet als je hem doorzaagt) heeft grote invloed op de luchtweerstand, maar ook de stijfheid van het frame. In een gesimuleerde windtunnel werden de profielen doorgemeten. Degene die daar het best uit kwamen werden gebruikt in een ontwerp voor de fiets. Op de plaatjes zie je een 3D tekening van een fiets die in een zee van kleur lijkt te drijven. Hoe meer wrijving, hoe meer verkleuring. Achter elke buis een klein spoortje blauw. Na deze supergedetailleerde metingen gaat de complete fiets alsnog in een échte windtunnel.
“In een 3D tekening kun je niet alle detail opnemen.” vertelt Michael Adomeit, de aerodynamica expert. “De derailleur bijvoorbeeld is een ontzettend ingewikkeld onderdeel. Als je die perfect namaakt in je tekening kost dat ontzettend veel rekenkracht om te zien wat de wind daarmee doet. Per saldo is het dus nu nog steeds handig om de fiets daadwerkelijk in een windtunnel te plaatsen. “
Probleem is alleen: er is nog geen fiets. Er zijn een aantal kandidaten voor het meest geschikte profiel en de geometrie van de fiets is bepaald, maar de fiets zelf bestaat nog niet. Daar hebben ze bij Canyon een oplossing voor gevonden: de fiets wordt vanuit de 3D tekeningen geprint. Niet in 1 stuk, maar in een aantal puzzelstukken. Bij de Speedmax CF Concept die bij de ingang staat zijn de puzzelstukken nog waarneembaar.
Behalve dat de 3D printer minder groot hoeft te zijn, geeft het de Canyon engineers ook de mogelijkheid om onderdelen uit te wisselen.
Tot op dit moment heb ik nog niemand horen spreken over een ontwerper. Je weet wel, zo’n man met een moeilijke bril en een benedengemiddelde interesse in praktische problemen.
Wolfgang legt uit hoe het ongeveer werkt: “De ontwerpers wilden een zo clean mogelijke fiets. Dat wilden wij ook, want dat komt de aerodynamica ten goede. Soms schetsen zij iets, proberen wij dat te maken, maar komen we terug met praktische bezwaren. Soms blijkt het goed in het totaalontwerp te passen.”
In veel gevallen zie je dat bij bedrijven óf de engineers de baas zijn, óf de ontwerpers. Dat resulteert dan in producten met superieure eigenschappen waar je niet mee gezien wilt worden of prachtige ontwerpen met allerlei praktische bezwaren. De kunst is om de dialoog tussen engineers en ontwerpers gaande te houden. Niet de één voor de ander te plaatsen. In hiërarchie of in tijd.
Het ontwerpen van een aerodynamische fiets heeft één voordeel: het vereist het terugbrengen van de vorm tot een essentie en voorkomt daarmee visuele ruis. Maar ironisch genoeg helpen ook de verguisde regels van de UCI.
Waarom is een ontwerp aantrekkelijk? Elk ontwerp representeert een abstract idee. Een racefiets staat voor mensaangedreven snelheid. Eenvoud. De benen die het winnen van de elementen. Als we in ons hoofd denken aan een racefiets zien we de globale vorm voor ons. Het stuur lager dan het zadel, een vooroverliggende man. We stellen ons niet de hendeltjes van de versnelling voor of remmen op de voorwielen.
De Speedmax CF benadert dat abstracte beeld meer dan welke andere fiets dat doet. De remmen zijn verstopt in de voorvork, het stuur loopt in één lijn door vanuit het frame.
De zadelpen vormt het profiel van de rest van de fiets. Geen lijn is overbodig.
Je ziet in één oogopslag dat deze fiets hard vooruit kan.
“De Speedmax is simpel van vorm. Hij ziet er uit als een driving law” zegt Adomeit. Een wet van snelheid die vorm heeft gekregen. “Andere fietsen… zeg maar Italiaanse fietsen hebben allerlei ingewikkelde golvende vormen die alle kanten op gaan.” Michael gebaart druk met zijn handen: “Woooooh!”.
De eenvoud van de vorm zit hem niet alleen in het weglaten van details. Wie goed kijkt ziet dat de overall vorm van de fiets bepaalt wordt door zes lijnen, waarvan er steeds 2 parallel lopen. De graphics op de fiets versterken dat door de onderlinge samenhang te accentueren.
Wat zei het juryrapport over deze fiets? “Geen idee. Knappe fiets?” zegt Wolfgang. Echt geïnteresseerd lijkt hij niet in de Red Dot design Award. “Ik ben trots op het feit dat de fiets tot de snelste van de wereld behoort. Als ik er iemand op zie fietsen. Daar word ik trots van. En, ok, als ik kijk naar de andere fietsen en zie dat het toch wel onmiskenbaar één van de mooiste is die er tussen zit, dan ben ik daar ook wel een klein beetje trots
op”.
Terwijl de prijzen nog binnenkomen wordt al weer gewerkt aan de volgende fiets. In tegenstelling tot een reguliere fiets waarin je een boel onderdelen bij toeleveranciers haalt, zijn bij de Speedmax CF de meeste onderdelen van eigen hand. 170 onderdelen zijn speciaal door Canyon ontwikkeld. Ter vergelijk: normaliter heb je een frame en een stuk of tien plastic of aluminium onderdelen. De rest wordt ingekocht. Een volgende Speedmax is dus ook een flinke klus.
“Ik heb nog geen idee wat we willen doen. Het zou mooi zijn als we de minst
aerodynamische onderdelen kunnen vervangen door eigen ontwerpen.” Kohl doelt daarmee op de versnellingsgroep op de fiets. “Maar dat is zo’n mijnenveld van patenten, daar wagen we ons niet aan. Er zijn wel wat aandachtspunten op de huidige fiets waar we aan zouden willen werken. Engineeren houdt nooit op.”